Wanneer ik door de winkelstraat loop draaien alle hoofden mijn kant op. De hele weg lang.
Onbekende mensen kijken me na. Glimlachend en soms wijzen ze zelfs.
Ze kijken echter niet naar mij. Ze kijken naar mijn zeer elegante huisgenoot met haar wiebelbips.
Slank. Zacht. De liefste ogen die je ooit gezien hebt. Als je haar ziet wil je knuffelen.
Wanneer voorbijgangers oogcontact zoeken met mij glimlach ik trots. “Wat luistert ze goed zeg,” hoor ik nu voor de derde keer in een paar minuten tijd.
Een ander geeft me een duimpje omhoog.
Eigenlijk heb ik niets met haar goede manieren te maken. Toch voel ik me trots.
Blijkbaar is een goed opgevoede hond iets wat je niet vaak ziet.
En eerlijk gezegd, ik had ook nog nooit met een afgerichte hond gelopen.
Helemaal niet door een drukke winkelstraat of de Hema.
Toen ik klein was hadden we Musky. Minstens één keer in de week stond er iemand aan de deur of ging de telefoon met de vraag of we de hond kwijt waren.
Zodra de viervoeter een kans zag greep hij hem. Met de hele familie trokken we erop uit. Achter de hond aan. Met hondensnoepjes en de riem.
Maar Lola is anders.
Lola luistert.
Ze luistert zelf zo goed dat ze nooit een riem om hoeft.
Zelfs niet in een drukke winkelstraat of in de winkel.
De meeste mensen zijn daar verbaasd over.
Ik was dat ook.
Met de hond lopen is ineens een hele andere beleving.
Geen getrek aan de riem.
Geen onhandige taferelen wanneer de hond beslist om de andere kant van de boom langs te lopen.
Geen pootjes optrekken omdat de riem voor de zoveelste keer er onderdoor is geschoten.
Lola geniet van de aandacht. Van de mensen die haar graag even aanhalen.
De winkelstraat vindt ze echter maar niets.
De betonnen jungle verruilen we dan ook snel voor achterlangs weggetjes, bossen en heide.
Daar voelt zij zich meer thuis.
En eigenlijk ik ook.